Grommen of uitvallen naar andere honden of mensen. Waarom doet je hond dit?

Grommen of uitvallen naar andere honden of mensen

Een veel voorkomend probleem is het uitvallen van honden naar andere honden of mensen. Hiermee bedoelen we honden die, meestal aan de lijn, springen, blaffen, grommen of zelfs hapbewegingen maken naar andere honden of mensen. Gedrag dat niemand fijn vindt en ook gevaarlijke situaties kan opleveren.

Hoe ontstaat dit gedrag nu?
Om te werken aan veranderen van gedrag bij je hond is het fijn als je begrijpt waarom je hond nou precies doet wat hij doet. In dit artikel leggen we uit hoe het brein van je hond werkt en waarom het meestal niet werkt om met een voertje af te leiden.

Bij een ongewenste reactie van een hond op een prikkel in de omgeving komt veelal een bepaalde mate van opwinding kijken. Opwinding is zowel een fysiologische als een psychische reactie. Er verandert van alles in het lichaam van de hond dat van invloed is voor het verwerken van informatie en het kunnen maken van keuzes. Verergering van het gedrag kan worden getriggerd door pijn (fysiek) of door een sterke emotie (psychisch). Die emotie kan zowel positief (hoge opwinding voor iets leuks) als negatief (angst) zijn.

Maar het resultaat in gedrag is bij beiden gelijk, het zorgt namelijk voor hoge geprikkeldheid. Dat dit gebeurt is heel normaal. Het doel van deze algehele staat van opwinding is het creëren van alertheid en paraatheid voor actie. Dit is immers nodig als er een onveilige situatie ontstaat in de ogen van de hond en hij zich voorbereid om zich te verdedigen, te vluchten of doelbewust ergens op af te gaan zoals op een prooi.

Er komt dan een grote hoeveelheid adrenaline vrij bij de hond en ook zal het cortisolniveau stijgen. Hartslag en bloeddruk gaan omhoog en spierspanning wordt tijdelijk hoog als voorbereiding op eventueel moeten vluchten of aanvallen. Een flight of fight reactie. In sommige gevallen is het niet heel duidelijk dat de hond in extreem hoge staat van opwinding is omdat deze staat hem juist volledig laat verstijven of bevriezen. Een hond die zich voorbereid om te vluchten kan volledig verstijven (freeze), waarbij het lijkt dat hij helemaal niet opgewonden is, maar zijn spieren en ademhaling staan dan juist volledig op spanning in anticipatie op de actie die hij mogelijk moet uitvoeren.

We zien dat een hond niet meer bereikbaar is als hij dergelijk gedrag laat zien. Hij is dan over zijn drempelwaarde gegaan. Wanneer hij in deze staat is beland, gebruikt een hond dat deel van zijn brein dat werkt vanuit instinct en emotie. Hij KAN dan ook niet meer leren of actief zelf keuzes maken. Gedrag dat hij dan laat zien is reflexmatig, gedreven door instinct of gedreven door overlevingsdrang.

Je kunt dan een biefstuk voor zijn neus houden, maar dat zal niks veranderen. Het is onmogelijk om een hond die reactief gedrag vertoont te leren om ander gedrag in te zetten op hetzelfde moment dat hij het ongewenste gedrag laat zien. Dit is belangrijk om te onthouden als je het gedrag van je hond wilt gaan veranderen. Je kunt hem op dat moment namelijk niet belonen of straffen, maar je zult eerst moeten werken aan hem leerbaar maken.

Veel voorkomend gedrag dat honden die niet meer kunnen nadenken en meteen reageren is:

  • De hond is volledig gefocust op de prikkel waar hij iets mee denkt te moeten doen en niet meer in staat om te reageren op welke cue van de eigenaar dan ook. Als de hond wel kan reageren maar tegelijkertijd heel gefocust is op de prikkel, kan hij dus wel nog nadenken en is hij nog trainbaar. Goed om dit te onthouden als je gaat trainen.
  • De hond kan een eenvoudig commando dat hij in een normale setting prima kan uitvoeren niet meer laten zien of hij laat iets heel anders zien (zoals gaan liggen i.p.v. zitten). Dit zegt veel over het stressniveau waarin de hond is.
  • De hond is fysiek heel erg druk, trekken aan de lijn, op en neer springen tegen eigenaar, blaffen etc.
  • De hond kan geen voer aannemen of pakt het heel erg snappy aan.
  • De hond afleiden van de prikkel waar hij op gefocust is, is bijna niet mogelijk en het kost de eigenaar veel moeite om hem mee te trekken of zelfs om hem om te laten draaien.
  • De hond laat omgericht gedrag zien als gevolg van zijn hoge opwinding/stressniveau richting de eigenaar, de riem, een andere persoon in de buurt of een andere hond die de eigenaar bij zich heeft. Dit omgerichte gedrag omvat meestal hapbewegingen of echt bijtgedrag.

Leerervaringen
Indien een hond om welke reden dan ook ooit is begonnen met uitvalgedrag inzetten heeft hij ergens geleerd dat het hem iets oplevert. Honden zijn wat dat betreft vrij zwart-wit. Gedrag dat ze iets oplevert zullen ze herhalen en gedrag dat niets oplevert of iets onprettigs zullen ze sneller achterwege laten. Dit betekent dat ze door steeds maar herhalen van dit gedrag nog steeds eruit halen wat ze willen en dat kan per hond variëren wat dat precies is. Gedrag dat ze dagelijks kunnen oefenen, zullen ze perfectioneren en daar ligt meteen het lastige punt van het veranderen van dit gedrag. Het kost tijd. Er is geen short cut, quick fix of toverstokje om dit gedrag te veranderen. Maar er is zeker veel aan te doen met goede begeleiding en jou als gemotiveerde eigenaar.

Met begeleiding aan de slag
Als je hond uitvalt op straat of in je eigen huis zorgt dat ervoor dat je als eigenaar niet ontspannen kunt wandelen en soms zelfs je hond helemaal niet meer kunt uitlaten. Het kan ervoor zorgen dat je geen bezoek meer kunt ontvangen of zelf niet meer snel ergens heen kan gaan omdat je hond niet mee kan. Een gedragstherapeut van de NVGH kan je helpen om jouw hond de kans te geven om in een ‘denkend’ brein te blijven zodat hij kan leren om ander gedrag in te zetten. Welk gedrag dat zal zijn is afhankelijk van het temperament en voorkeur van jouw hond. Hiervoor zal een gedragstherapeut uitgebreid de tijd nemen om met jou op zoek te gaan naar de beste manier om voor jullie specifieke geval een plan van aanpak te maken.

Dit artikel is geschreven door Daniëlle Hermans.